Classificaties van American Sign Language (ASL) laten zien waar iets of iemand beweegt, waar het zich bevindt en hoe het eruit ziet (bijv. Grootte en vorm). In gebarentaal dient een ASL-classificator hetzelfde doel als een voornaamwoord in het Engels. Eerst moet het woord worden gebruikt, daarna kan de ASL-classificatie worden gebruikt om het woord weer te geven.
Dieter Spears / Getty ImagesVoorbeelden
Er zijn veel ASL-classificaties, met handvormen die cijfers en letters vertegenwoordigen. Classificatoren worden "CL" genoemd, gevolgd door de classificator, zoals "CL: F." Een set classificaties is het gebruik van de nummers één tot en met vijf. Een andere reeks classificaties gebruikt de letters en lettercombinaties A, B, C, F, G, ILY (Y), L, O, S, U en V. De ASL-classificatie "1" kan bijvoorbeeld staan voor mensen die lopen . In een ander voorbeeld kan de "A" -classificatie een huis vertegenwoordigen.
ASL-classificaties zijn een belangrijk onderdeel van het leren van gebarentaal, vooral voor mensen die leren tolken voor doven en slechthorenden te worden. Studenten die gebarentaal leren, posten hun ASL-classificatietaken vaak op YouTube.
Onderzoek
The Journal of Deaf Studies and Deaf Educationheeft verschillende artikelen gepubliceerd met betrekking tot ASL-classificaties. In een voorbeeld, in het artikel "The Acquisition of Spatial Constructions in American Sign Language and English", onderzochten onderzoekers het leren van ruimtelijke relaties zoals het concept van "front". Bij het onderzoek waren zowel kinderen als volwassenen betrokken, zowel Engelse gebruikers als ASL-gebruikers, en proefpersonen werden getest met afbeeldingen en gebarentaal (voor ASL-gebruikers).
Onderzoeksresultaten toonden aan dat kinderen concepten als boven en onder snel leren omdat er geen perspectiefverschuiving bij komt kijken (d.w.z. het is niet nodig om mentaal een beeld te krijgen van de werkelijke locatie). Begrippen als 'voor' en 'achter' hebben echter meer tijd nodig om te leren, omdat er perspectiefverschuivingen bij betrokken zijn. Dit bleek waar te zijn voor zowel ASL- als Engelse gebruikers, maar het duurde langer voor ASL-gebruikers. Volgens de auteurs van het onderzoek kan dit komen door hoe moeilijk het is voor jonge kinderen om mentale perspectieven te verwerven (rotaties genoemd). Bovendien begrepen jonge dove kinderen in de studie relaties met classificatoren voor mensen beter dan met classificaties voor dieren of voertuigen.